Zo werkt dat dus

De zomerzon omhelst me gretig en vol vuur. Met lome bewegingen ploeg ik naar de binnenstad met het zweet op mijn armen van een wielerprof. Mijn fietsbanden winnen moeizaam van de klevende klinkers. Links in de verte remt een auto nauwelijks af voor een verkeersdrempel en stoomt door, tikje te hard, want dat lijkt de norm, naar het punt waar wij elkaar gelijkwaardig kruisen. Volgens de letter heb ik het eerste recht. Maar ja, het is mijn vleesgestel versus een paar honderd kilo blik, staal en kunststof.

Met een flexpoolcollega had ik een geweldig gesprek over de noodzaak van een auto.
“Ik werk elke dag deze week. Heb het geld nodig. Mijn auto is kapot.”
“Moet je ver dan? Anders kom je toch op de fiets?”
“Ja, maar ik moet mijn dochter ’s ochtends naar de kinderopvang brengen; en na het werk ophalen.”
“Dan zet je haar achterop.”
“…” Pruillip.
“Tja, ik zeg maar wat. Ik heb geen auto.”
“Ah, jij hebt dus ook geen kinderen?”

Ik heb een rijbewijs, maar het komt niet vaak voor dat ik achter het stuur zit. Soms vraag ik me af hoe de gelouterde automobilist een fietser ziet: als een medeweggebruiker of als een irritant obstakel? Ik weet wel dat zo’n kolos door het technisch vernuft van de laatste twintig jaar, behoorlijk snel stilstaat. Maar toch vind ik het soms moeilijk inschatten of ik gezien ben. Als je vrijwel altijd met de auto gaat, ken je dan het fietser-zijn-gevoel? Toegegeven, fietsers in de stad sjezen ook overal tussendoor met hier en daar lak aan regels en tekens.

Volgens het verhaal van een Amerikaanse planoloog in de Volkskrant werkt het Nederlandse systeem nog niet zo verkeerd: “Fietsen is semi-controlled chaos, maar de Nederlanders hebben een manier gevonden om dat te organiseren. Wat scheelt, is dat Nederlanders op enig moment in hun leven zowel automobilist, wandelaar als fietser zijn. Daardoor weten ze hoe het werkt”, aldus Kevin Krizek.

Ik ben bijna bij de gelijkwaardige kruising. Je weet wel, er zijn dan geen verkeerslichten of borden geplaatst en er staan geen tekens op de weg. Volgen de Wegenverkeerswet heeft hier alle verkeer van rechts voorrang, dus ook fietsers. En aangezien ik van rechts kom, eis ik mijn voorrang op. Eerst kijk ik naar links naar de naderende chauffeur. Vervolgens draai ik mijn hoofd naar rechts, zie geen verkeer en peddel rustig door. De automobilist reageert. Hij wijkt uit naar links en rijdt voor me langs. Zo werkt dat dus.

Ik post hier elke vrijdag een blog over iets dat me opvalt of wat ik meemaak.
Ik zoek ook werk als copywriter, redacteur of tekstschrijver. Dat mag gedeeld worden.