De boer op – artikel in A Magazine, juni 2016

Agrifirm strekt zich uit tot ver over de Nederlandse grenzen. Hoe boeren onze klanten in den vreemde? In ‘De boer op’ vertellen zij over hun bedrijf.

Christoph Tenhaef, melkveehouder in het Duitse Grefrath, en Henri van Zummeren van Agrifirm

Hoe groot is je bedrijf in omvang, aantal dieren en personeel?
Christoph: “Ik run de melkveehouderij samen met mijn vrouw en mijn ouders en we hebben een leerling in dienst. In de ‘Bauernhof’ uit 1890, een U-vormige boerderij met binnenplaats die je veel in deze streek ziet, is plaats voor een gedeelte van de kalveren. Daarnaast hebben we een melkstal, waar ook ruimte is voor de koeien die droogstaan. In 2006 hebben we een stal bijgebouwd waar nu 145 melkkoeien staan. Deze stal met veel licht- en luchtdoorlating heeft boxen waar stro en kalk in ligt. Het jongvee brengen we onder bij andere bedrijven. We hebben geen ruimte om de koeien buiten te laten grazen. Op ruim 100 hectare akkerland verbouwen we vooral snijmaïs en weidegras waar het rantsoen van wordt gemaakt.”

Welke rol speelt Agrifirm voor dit bedrijf?
Christoph: “We hebben al dertig jaar een goede relatie met het tegenwoordige Agrifirm. Het hele team is gemakkelijk te bereiken.”
Henri: “Ik bereken voor Christoph hoeveel mineraalstoffen, perspulp, luzerne en stro er aan een nieuw rantsoen moeten worden toegevoegd. Daarnaast bespreken we ook de haalbaarheid van hun eigen ideeën en ik introduceer nieuwe concepten van Agrifirm.”
Christoph: “We gebruiken nu onder andere het Total Dry-concept, waardoor we een betere controle hebben op het welzijn van het droogstaande vee.”

Wat zijn je plannen voor de toekomst?
“Tijdens het melken kunnen we al in de pc aangeven of een koe ziek is of lichamelijke problemen vertoont. Na het melken wordt deze dan met behulp van censoren gesepareerd van de andere koeien. Nu willen we binnen acht tot tien jaar het melkproces moderniseren. Ik denk dan aan de aanschaf van drie melkrobots. Daarvoor moet het aantal melkkoeien verhoogd worden naar 180. Dat kan, zonder onze huidige stalcapaciteit te hoeven uitbreiden.”