Cultheld Hooverman (een semi-alliteratie)

Eindhoven, 9.00 uur ’s ochtends. Een één-euro-achterlicht met elastiekbevestiging van de Action (ik gebruik ze zelf ook) is duidelijk slachtoffer geworden van het noodweer dat gisteravond over de stad trok. Het ligt eenzaam en besmuikt met doodsvlekken op de koude harde klinkers van de straat; niet eens in de goot.

De stilte na de storm waart zomers fris door de straten, niet te koud en niet te warm. Geen broeierige deken van luchtvochtige draden gesponnen. Zoeen waarvan je gaat zweten zelfs als je te moe bent om lui te zijn. Nee, lange broek en flip flops-weer. Zo zit ik dus ook op de fiets, op weg naar mijn wekelijkse schrijfbundigheid met mijn mentor.

Fietsers van rechts hebben voorrang. Dat lijkt een vrouw in een stemmig grijs slobbershirt zich te realiseren als ik een van de drukkere aders oversteek. Ze zet aan om haar positie op te eisen; fietst voor me langs als een hikkende struisvogel. Het schouwspel dat zich voltrekt in een tijdsboog van onbeduidende lengte nestelt zich in mijn geheugen en blijft daar kleven zoals vroeger de uitgedroogde, maar nog net een beetje zachte kauwgom, die je op de tast ontdekte aan de onderzijde van je tafeltje op de middelbare school. Zo’n onfrisse plaktatie waar je toch even met een vinger in moest duwen.

Desondanks ben ik op tijd. Te vroeg zelfs. Er is nog weinig openheid in deze zaak. Ik wacht in gezelschap van een blondine die de grote liefde van mijn leven blijkt te zijn. Ha, dat zou een mooie wending in dit epos zijn geweest! In werkelijkheid weegt ze me met een oog en keert me dan haar rug toe. De piepende deur van de doos van pendora geeft me een nieuwe ingang om mijn ochtend voort te zetten.

We zitten (mijn mentor en ik) aan de langgerekte leestafel, de robuuste alliteratie voor lees- en schrijfplezier. Buiten wordt de stad gezuiverd. Eigenlijk is dát het onopvallendste en idiootste feit van een willekeurige ochtend. Een man met een futuristische stadsstofzuiger zuigt zooi ter zuivering ende veraangenaming van de leefbaarheid van Eindje. De citysucker die door passanten amper wordt opgemerkt of gedefêteerd wordt met een neerbuigende blik.

Vergeet al het voorgaande en vraag je zelf eens af: doe je dat thuis ook? Gooi je thuis de verpakking van je frikandelbroodje ook achteloos in de hoek van de kamer? Flikker je je lege Red Bullblikje dan ook voor het gemak achter de bank? Het is hoog tijd voor een ode aan Hooverman, de cultheld van de stad. De man die zijn plek verdient tussen Bad Man, Wolverine en The Green Hornet. Sorry, ik moet hier stoppen. Ik ga Marvel bellen.